Uitspraak in het Plat: /vasdɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wass·dook
Pluralis: Wass­dö­ker n dat Wass­dook
Pluralis: Wass­dö­ker m de Wass­dook Märkisch
Pluralis: Wass­döök m de Wass­dook Westfaals
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wass + Dook