Uitspraak in het Plat: /byːdəlfuːl/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: bü·del·fuul
budelfuler budelfuulst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Nu wees man nich so büdelfuul un giff ok en Runn Beer ut!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Büdel + fuul