Pluralis: Slu­cken m de Sluck
[1]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
sip
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: slucken