Plummenstrieker in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /plʊm̩stɾiːkɐ/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Plum·men·strie·ker

Pluralis: Plummenstriekers m de Plummenstrieker

[1]

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

een, de sik ankleien will

Nederlands:

flikflooier

Engels:

flatterer

Duits:

Schmeichler

Pflaumenstreicher

Einschmeichler

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Plumm + strieken + -er

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.