Uitspraak in het Plat: /ɪm̩ɾʊmp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Im·men·rump
Pluralis: Im­men­rümp m de Im­men­rump
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Imm + Rump