Uitspraak in het Plat: /ɾɪçtvɛç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Richt·weg
Pluralis: Richt­weeg m de Richt­weg
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Richt + Weg