Uitspraak in het Plat: /smɛɪ̯ɾɡɛlt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Smeer·geld
Pluralis: Smeer­gel­ler n dat Smeer­geld
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: smeren + Geld