Uitspraak in het Plat: /vɔː͡ɐʃiːnlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: wohr·schie·nlich
wohrschienlicher wohrschienlichst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
mit en gode Wohrschienlichkeit verbunnen
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wohr + schienen + -lich