Uitspraak in het Plat: /buː͡ɐfɾoː/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Buur·fro
Pluralis: Buur­fro­ens f de Buur­fro
Pluralis: Buur­fro­ens­lüüd f de Buur­fro Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch
Pluralis: Buur­fro­lüüd f de Buur­fro Friesen-groep, West-groep
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Buur + Fro