Uitspraak in het Plat: /dyːdlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: düüd·lich
düdlicher düdlichst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Dat is düüdlich to sehn, dat du krank büst.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: düden + -lich