Uitspraak in het Plat: /dyːdlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: düüd·lich
düdlicher düdlichst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
distinct Meer tonen
Duits:
deutlich Meer tonen
Voorbeelden:
Dat is düüdlich to sehn, dat du krank büst.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: düden + -lich