zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kö·ter
Pluralis: Kö­ters m de Kö­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kaat + -er
Identieke woorden ››› Köter ❔︎