Uitspraak in het Plat: /uːtʃɛlɐs/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ut·schel·lers
Niet gebruikt het pluralis n dat Ut­schel­lers
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff von Moder Utschellers kregen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: utschellen + -ers