Uitspraak in het Plat: /ʃɛɪ̯tlɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Scheet·loot
Pluralis: Scheet­lööt n dat Scheet­loot
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Lot

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: scheten + Loot