Uitspraak in het Plat: /tɾɛmsblɔˑu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Trems·bloom
Pluralis: Trems­blo­men f de Trems­bloom
Pluralis: Trems­blö­mer f de Trems­bloom Märkisch
[1]
perifere woordenschat
biologische species

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Trems + Bloom