Pluralis: Blo­men f de Bloom
Pluralis: Blö­mer f de Bloom Märkisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Boom sitt vull Blomen.
[4]
perifere woordenschat
Engels:
Duits:
Voorbeelden: