Uitspraak in het Plat: /pɪŋəlklɔk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pin·gel·klock
Pluralis: Pin­gel­klo­cken f de Pin­gel­klock
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Pingel + Klock