Uitspraak in het Plat: /bɔ͡ɐstapəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Borst·ap·pel
Pluralis: Borst­äp­pel m de Borst­ap­pel West-groep, Märkisch
Pluralis: Borst­ap­pels m de Borst­ap­pel Oostfaals
Pluralis: Borst­ap­peln m de Borst­ap­pel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Appel