Uitspraak in het Plat: /kɾɔːmhɛː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kraam·heer
Pluralis: Kraam­heern m de Kraam­heer
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kraam + Heer