Uitspraak in het Plat: /høːˑçtiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Höög·tiet
Pluralis: Höög­tie­den f de Höög­tiet
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: högen + Tiet