Uitspraak in het Plat: /stɾɔu̯blɔˑu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Stroh·bloom
Pluralis: Stroh­blo­men f de Stroh­bloom
Pluralis: Stroh­blö­mer f de Stroh­bloom Märkisch
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Stroh + Bloom