Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Angelsnoor
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/anɡəlsnɔu̯ɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
An·gel·snoor
Pluralis:
Angelsnöör
f
de Angelsnoor
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
visserij
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Angelsnoor”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 21
Nedersaksisch:
Snoor
,
an
de
bi
’t
Angeln
de
Angelhaken
fastmaakt
is
Nederlands:
hengelsnoer
vissnoer
vislijn
Engels:
fishing
line
Duits:
Angelschnur
Voorbeelden:
De
Angelsnoor
hett
sik
vertüdelt
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Angel
+
Snoor
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.