Uitspraak in het Plat: /bɛɪ̯tkɪnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Beed·kind
Pluralis: Beed­kin­ner n dat Beed­kind
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: beden + Kind