Uitspraak in het Plat: /fɪpəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: fip·pe·rig
fipperiger fipperigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
beweeglich
Duits:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
eng

Etymologie:

Woord afgeleid van: -ig