Uitspraak in het Plat: /ɡɔu̯t͡sbəzɪtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Goots·be·sit·ter
Pluralis: Goots­be­sit­ters m de Goots­be­sit­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Gootsbesitter is pankrott gahn.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Goot + Besitter