Uitspraak in het Plat: /sviːɡɐmɔu̯dɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Swie·ger·mo·der
Pluralis: Swie­ger­mo­ders f de Swie­ger­mo­der
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: swieger- + Moder