Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯fɾoː/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Eh·fro
Pluralis: Eh­fro­en f de Eh­fro
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ehfro un Ehmann billt dat Ehpoor. Oder ok twee Ehfroen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Eh + Fro