Uitspraak in het Plat: /kafɛbɔu̯n/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kaf·fe·bohn
Pluralis: Kaf­fe­boh­nen f de Kaf­fe­bohn
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Frucht von de Kaffeplant
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Kaffebohnen mööt eerst noch mahlt warrn.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kaffe + Bohn