Uitspraak in het Plat: /kɔu̯pm̩ʃɔp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ko·pen·schop
Pluralis: Ko­pen­schop­pen f de Ko­pen­schop
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Koop + -schop