Uitspraak in het Plat: /bɔˑu̯hɛː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bood·heer
Pluralis: Bood­heern m de Bood­heer
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bood + Heer