Uitspraak in het Plat: /amt͡svɔːçt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Amts·vaagt
Pluralis: Amts­väägt m de Amts­vaagt
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Amt + Vaagt