Uitspraak in het Plat: /zɔːɡəls/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sa·gels
Pluralis: Sa­gels n dat Sa­gels
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sagen + -els