Uitspraak in het Plat: /dɛɪ̯zn̩bʏs/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: De·sen·büss
Pluralis: De­sen­büs­sen f de De­sen­büss
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Desen + Büss