zelfstandig naamwoord
Afbreking: Snück·op
Niet gebruikt het pluralis m de Snück­op
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
hik
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: op
Identieke woorden ››› Snuckop ❔︎