Uitspraak in het Plat: /dɾœɪ̯mɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Drö·mer
Pluralis: Drö­mers m de Drö­mer
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: drömen + -er