Uitspraak in het Plat: /haŋəlba͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Han·gel·bark
Pluralis: Han­gel­bar­ken f de Han­gel­bark
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: hangen + Bark