Uitspraak in het Plat: /baməlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: bam·me·lig
bammeliger bammeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Diene Büx hangt ja so bammelig dal.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bammeln + -ig