Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Strumpsock
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/stɾʊmpzɔk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Strump·sock
Pluralis:
Strumpsocken
f
de Strumpsock
[1]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
mode
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Strumpsock”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 190
Nedersaksisch:
kotten
Strump
Nederlands:
sok
Engels:
sock
Duits:
Socke
Voorbeelden:
Se
löppt
op
Strumpsocken
rüm
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Strump
+
Sock
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.