Uitspraak in het Plat: /flɛːt͡sɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: fläät·zig
fläätziger fläätzigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fläätz + -ig