Uitspraak in het Plat: /basbɛːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bas·be·ker
Pluralis: Bas­be­kers m de Bas­be­ker
[1]
perifere woordenschat
figuratief
biologische species
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Basbeek + -er