Uitspraak in het Plat: /ɛnkəlzøːn/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: En·kel·söhn
Pluralis: En­kel­söhns m de En­kel­söhn
Pluralis: En­kel­söhn m de En­kel­söhn
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Grootkind
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Enkel + Söhn