Uitspraak in het Plat: /slɛɪ̯pɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sle·per
Pluralis: Sle­pers m de Sle­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: slepen + -er