Uitspraak in het Plat: /fladɐhɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Flad·der·hoot
Pluralis: Flad­der­hööt m de Flad­der­hoot
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: fladdern + Hoot