Uitspraak in het Plat: /huːzmɛɪ̯stɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Huus·mees·ter
Pluralis: Huus­mees­ters m de Huus­mees­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Huus + Meester