Uitspraak in het Plat: /ʃuːmkɾɔˑu̯n/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schuum·kroon
Pluralis: Schuum­kro­nen f de Schuum­kroon
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Op de Elv weren man Schuumkronen, so hett dat störmt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schuum + Kroon