Uitspraak in het Plat: /mɪnɪçkaɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Min·nig·keit
Pluralis: Min­nig­kei­ten f de Min­nig­keit
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: minn + -ig + -keit