Uitspraak in het Plat: /kaɾtʊfəlsʊp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kar·tuf·fel·supp
Pluralis: Kar­tuf­fel­sup­pen f de Kar­tuf­fel­supp
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kartuffel + Supp