Uitspraak in het Plat: /landsknɛçt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lands·knecht
Pluralis: Lands­knech­ten m de Lands­knecht Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Lands­knechts m de Lands­knecht Pruisisch
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Land + Knecht