Uitspraak in het Plat: /buː͡ɐkəɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Buur·ke·ree
Pluralis: Buur­ke­re­en f de Buur­ke­ree
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Buur + -ee