Uitspraak in het Plat: /flasbɾɔːˑk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Flass·braak
Pluralis: Flass­bra­ken f de Flass­braak
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Flass + Braak