Uitspraak in het Plat: /blɔːzbalç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Blaas·balg
Pluralis: Blaas­bal­gen m de Blaas­balg
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: blasen